Wat wordt er geregeld?
Net als in het voortgezet onderwijs, worden ook in het primair onderwijs de schoolbesturen verantwoordelijk voor het buitenonderhoud (gebouwen en terrein) en aanpassingen aan het gebouw. In het regeerakkoord staat dat daarvoor geld uit het gemeentefonds wordt overgeheveld naar de lumpsumfinanciering van scholen.

 

Met de wetswijziging beoogt de wetgever meer autonomie te bereiken voor schoolbesturen, de administratieve lasten te verlichten en een gelijkschakeling te bereiken met schoolbesturen in het VO.

 

 

Waarom de verwarring over renovatie?

 De verantwoordelijkheid voor renovatie zal niet uitdrukkelijk ofwel bij de gemeente ofwel het bevoegd gezag komen te liggen, omdat renovatie niet als aparte voorziening is opgenomen in de onderwijswetten. Gemeenten en schoolbesturen zullen overleg moeten om tot een redelijk vergelijk te komen over de verdeling van de kosten en een eventuele keuze tussen renovatie en nieuwbouw. Bevoegde gezagsorganen in het primair onderwijs hebben – anders dan in het voortgezet onderwijs - niet de mogelijkheid om (onder voorwaarden)  te investeren in nieuwbouw. De verantwoordelijkheid voor nieuwbouw blijft bij één partij (de gemeente) belegd.

 

Renovatie is een gezamenlijk belang van gemeenten (minder snel nieuwbouw en behouden van bestaande gebouwen) en schoolbesturen (aanpassen aan eisen van de tijd: functioneel, exploitatie, binnenmilieu). Wanneer besluiten we over te gaan op renovatie (in plaats van nieuwbouw), en hoe gaan we dan om
met de bekostiging hiervan? Het is zaak dat gemeenten en schoolbesturen hier, het liefst voor inwerkingtreding van de wet, goede principe- en procesafspraken over maken (HEVO, 2013).

 

 

Wanneer gaat de regeling in?
 Oorspronkelijke planning was 1 januari 2014, maar gezien het verloop van de onderhandelingen over de hoogte van de budgetten en de benodigde voorbereidingstijd voor het werkveld is de beoogde ingangsdatum verschoven naar 1 januari 2015.

 

 

Hoe wordt de overgang geregeld?

 Er komt een overgangsregeling voor specifieke doelgroepen. Over de precieze invulling van de overgangsregeling wordt nu met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderhandeld. Onderwerp van gesprek zijn de randvoorwaarden die de bestuurders in het landelijke draagvlakonderzoek stelden. De PO-raad zet in op een overgangsregeling op basis van de leeftijd van gebouwen, een waarborgfonds en een vangnet voor besturen die financieel in de problemen komen (Infofolder PO-raad, 2013).

 

 

Meer informatie