Aan welke organisatiemodellen kun je denken?
Het wetsvoorstel gaat er van uit dat wanneer de schoolbesturen verantwoordelijk worden, ook de partij wordt die de uitvoering van het onderhoud op zich gaat nemen. Op dit moment zijn er echter gemeenten die ook de uitvoering van het buitenonderhoud en de aanpassingen aan gebouwen op zich genomen hebben. Tussen gemeenten en scholen en scholen onderling worden diverse verkennende gesprekken gevoerd over de organisatie van de uitvoering van het buitenonderhoud na de overheveling.
Vooralsnog zijn de volgende modellen in beeld:
- scholen doen het buitenonderhoud zelf,
- scholen besteden het uit/kopen het in,
- scholen gaan samenwerken in een scholencoöperatie,
- scholen kopen het onderhoud in bij een gemeenten,
- gemeenten en scholen kopen samen huisvesting in bij een vastgoedpartij,
- gemeenten en scholen gaan samenwerken in een huisvestings- en vastgoedcoöperatie,
- alle taken van gemeenten rond de onderwijshuisvesting worden doorgedecentraliseerd naar scholen (en dan kan je weer bij 1 beginnen maar dan rond en breder pakket).
Zie ook de input van de werkgroep overheveling over mogelijke modellen en argumenten.
Hoe kom je tot een goede keuze?
Belangrijke vraag daarbij is; wat willen partijen bereiken en eventueel bij elkaar brengen? Belangen, geld of professionaliteit? En wat is dit belang? Ligt het belang in het bundelen van huisvestingstaken of in het combineren van diverse functies? Zie in dit verband ook het kompas vastgoedmanagement (Bouwstenen, 2012) en de informatie over de vastgoedorganisatie op deze website.
Hans van Leeuwarden van de gemeente Westland: "Wij zijn voorstander van samenwerking tussen gemeente en scholen. Medegebruik van de gebouwen is bij ons een belangrijke doelstelling. Je kunt je afvragen of scholen bezig moeten zijn met het gebouw en eventuele leegstand." |
Uitgangspunt voor alle partijen is; wie betaalt, bepaalt. Voor het buitenonderhoud zijn dat de scholen, waarbij het geld via de leerlingen loopt (aantal leerlingen is de maat voor financiering).